Sint Bonaventura over curriculum.nu
Curriculum.nu is een van de zaken die momenteel actueel zijn. En dat de komende tijd ook nog wel zal blijven. In de inleiding bij de recent gepubliceerde 4e Sint Bonaventura-lezing worden de plannen, met een verwijzing naar het Bijbelse verhaal over de bouw de toren van Babel, een Babylonisch project genoemd. Op allerlei niveau's wordt er door de betrokken (en niet-betrokken!) langs elkaar heen gepraat. Door belangentegenstellingen, tegengestelde visies en de verschillende niveau's waarop men betrokken is bij het onderwijs, niveau's waar dan weer allerlei competenties aan worden gekoppeld - denk aan de HBO lerarenopleidingen, pedagogische, didactische en onderwijskundige vakgroepen of faculteiten, de inspectie, het ministerie, de raden en de leraren organisaties - lijkt het primaat van de onderwijspraktijk steeds meer ondergesneeuwd te zijn geraakt. Dat in dit geweld de leerling uiteindelijk de dupe is, blijkt wel uit de groei van ongeletterdheid, van de daling in de rekenvaardigheid, etc. En uit het afhaken vaan de leraren. Het lerarentekort is daar de beste illustratie van.
Curriculum.nu is een van de zaken die momenteel actueel zijn. En dat de komende tijd ook nog wel zal blijven. Een van de vragen waarmee Sint Bonaventura zich geconfronteerd weet is bijvoorbeeld de vraag in hoeverre de voorstellen met betrekking tot het (zogenaamde) leergebied "burgerschapsvorming" recht doen aan de vrijheid van onderwijs en de autonomie van de scholen.
Wij waren dan ook blij en gerust gesteld toen, in de lijn van de visie van Sint Bonaventura inzake de vrijheid van onderwijs en de rol van het onderwijs m.b.t. de identiteitsontwikkeling van leerlingen de (onderwijscommissie van de) 2e kamer bij de bespreking van de voorstellen van de werkgroep Onderwijs 2032 en de opdracht voor de curriculum.nu werkgroep concludeerde dat persoonsvorming buiten de opdracht van curriculum.nu valt. Omdat dat onder de vrijheid van onderwijs valt.
Helaas zien we in de plannen die nu voorliggen dat de voorbereidingswerkgroepen hier aan voorbij zijn gegaan. En daarin zijn niet alleen wij maar ook vele anderen teleurgesteld over.
Babylonisch noemden we het curriculum project eerder. Mede in verband met haar torenhoge ambities. Dat blijkt o.a. uit het feit dat het, natuurlijk niet absolute, maar wel klassieke en in de Nederlandse situatie vruchtbaar gebleken onderscheid tussen het (minimale) wat en het hoe in de voorstellen aan de kant wordt geschoven. Dat gebeurt o.a. door de wijze waarop de essentie van de opdracht zoals die vanuit de huidige onderwijswetgeving begrepen dient te worden, namelijk de evaluatie en reflectie op leerdoelen en eindtermen, is aangepakt. Via allerlei omwegen (grote opdrachten, bouwstenen, leergebieden), via mogelijke inhouden en werkwijzen zegt men de basis te willen leggen voor de nieuw te formuleren kerndoelen en eindtermen. Deze laatste dienen ons inziens echter de uitkomst te zijn van een breed maatschappelijk debat, van een debat tussen onderwijs, vervolgopleidingen, deskundigen, politiek en samenleving. Het leerplan, de uitwerking van doelen naar inhoud, m.a.w. het curriculum is aan de vaksecties, het lerarenteam, de school.
Wij maken ons zorgen omdat wij menen dat deze omkering impliceert dat er sprake is van een fundamentele wijziging van ons toekomstig onderwijsbestel, namelijk de (volgende) stap naar een nationaal curriculum, zonder dat daar de discussie over gevoerd is. Zo zien we dat bijvoorbeeld ook de discussie over burgerschapsvorming en de nieuwe wetgeving daarover ook al die kant opgaat. Net zoals al die gelegenheidswetgeving en aanpassingen van de kerndoelen omdat de 2e kamer weer eens van menig was dat aandacht in het onderwijs voor een bepaalde maatschappelijke problematiek die problemen wel zou kunnen tackelen. De politiek kiest in dat soort gevallen altijd voor de makkelijkste oplossing, gooit het over de schutting richting onderwijs en wast vervolgens haar handen in onschuld. Alsof ze zo hun taak volbracht hebben.
Vreemd, eigenlijk onbegrijpelijk, is ook dat tot nu het VO - bovenbouw programma (de eindexameneisen) niet in het geheel betrokken zijn. Logischerwijze zou je toch vanuit daar terug moeten redeneren om te kijken wat er voor een goed doorlopen van dat afrondend gedeelte van het algemeen vormend onderwijs in de daaraan voorafgaande fasen onderwezen dient te worden.
Inmiddels is ook binnen de AOb n.a.v. curriculum.nu het gesprek over het hoe en wat van het onderwijs op gang gekomen. Zijn er 2 ledenraadplegingen geweest en zijn er voorwaarden geformuleerd die noodzakelijk zijn om de onderwijsontwikkeling überhaupt een reële kans te geven.
Zie ook de site van de AOb voor meer informatie over de manier waarop de AOb zich t.o.v. deze plannen opstelt.
Graag attenderen we u ook op bijdragen van anderen hierover. De theoloog, filosoof en onderwijspedagoog Piet van der Ploeg schreef o.a. het curriculum.nu-voorstel burgerschap doorgelicht.
En Rik Torfs, kerkjurist en hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven, twitterde : Een samenleving zonder moreel verwerpelijke, foute en domme meningen kan enkel in een dictatuur. en die is moreel verwerpelijk, fout en dom.
Een andere invalshoek, van Alain Badiou.
Ook de lezing van Wilna Meijer op ons jubileumcongres is in dit verband zeer lezenswaardig.
ACTUELE SITUATIE
(BIJGEWERKT OP 2020-04-09)
Inmiddels zijn de eindrapporten over de verschillende vakgebieden gepubliceerd en is er een heus mediaoffensief losgebarsten om de indruk te wekken dat de plannen breedgedragen zijn. Tot 3x toe was er een mogelijkheid om te reageren op de steeds wat verder uitgewerkte plannen van de werkgroepen die zich bezig houden met curriculum.nu. In hun eigen woorden: "Voor elk leergebied hebben leraren en schoolleiders conceptvoorstellen gemaakt, waarop zij feedback verzamelen". Mede daardoor lijkt het alsof het werkveld bij de plannenmakerij betrokken wordt.
Kritiek die wel publiekelijk wordt geuit, met name via de sociale media, is overigens niet mals en heeft ook binnen AOb en 2e kamer langzaam maar zeker gehoor gevonden.
Voor Sint Bonaventura blijft het natuurlijk de vraag waarom de voorbereidingsgroepen de opdracht breder interpreteren dan dat de 2e kamer beoogde, de vraag waar we deze pagina mee begonnen. Onderwijsvisie en didactisch concept lijken de achterdeur (of het paard van Troje) waardoor persoonsvorming en identiteitsontwikkeling toch onderdeel zijn geworden van de plannen van curriculum.nu
Ook lijkt een totaal nieuwe visie op de verhouding onderwijs - overheid - de leraar als professional via sluipwegen ingang te vinden. De vrijheid van onderwijs heeft volgens de AOb ook betrekking op de vrijheid van de docent.
WIJ MAKEN ONS ZORGEN OMDAT WE DENKEN DAT DIE VRIJHEID VAN ONDERWIJS, EN DAARMEE DE STATUS VAN HET BEROEP EN DE PROFESSIONELE AUTONOMIE VAN DE LERAAR STEEDS MEER IN HET GEDRANG KOMEN.