Dubbelinterview Raymond Hintjes (Katholieke Lerarenvereniging Sint Bonaventura) en Mark Buck (Verus)

Waar liggen jullie wortels en welke rol speelde religie daarin?

Raymond:

Ik ben geboren en opgegroeid in Brunssum. Ons gezin was Jehova’s getuigen. Inmiddels woon ik in Roermond, en werk ik in het onderwijs als docent levensbeschouwing in Blerick. Ik ben bestuurder bij Vakvereniging Docenten Levensbeschouwing en Godsdienst en voorzitter van de Katholieke Lerarenvereniging Bonaventura.

Mijn ouders waren oorspronkelijk Rooms Katholiek, ik ben katholiek gedoopt. Toen ik twee jaar was werden mijn ouders Jehova’s getuigen en ben ik binnen die traditie opgevoed. Ik ben zelf ook actief geworden in die geloofsgemeenschap, op mijn veertiende ben ik gedoopt en rond mijn 18de kreeg ik een rol binnen die kerk. (vergelijkbaar met een diaken in de protestantse kerk).

Ongeveer tegelijkertijd speelde er een ander thema in mijn persoonlijk leven, ik ontdekte dat ik me aangetrokken voelde tot mannen. Dat heb ik lang verborgen gehouden maar kwam uiteindelijk toch in een conflictsituatie terecht waardoor het voor mij onmogelijk werd om bij de geloofsgemeenschap van de Jehova’s getuigen te blijven. Het leidde tot een breuk, maar als ik nu terug ijk begrijp ik dat ik die gemeenschap ook al wat ontgroeid was.

Die breuk was van grote invloed. Ik raakte niet alleen het Jehova’s getuigen zijn kwijt, maar ook alle mensen en vrienden die ik kende uit die geloofsgemeenschap. Door mijn studie theologie kwam ik weer op het spoor van de katholieke traditie. Daar ben ik weer langzaam ingegroeid en heb ik de keuze van mijn ouders dom mij vlak na mijn geboorte katholiek te laten dopen omarmd. Ik ben op een spoor gezet dat ik steeds verder ga verkennen. De katholieke traditie reikt mij iets aan, de omgang met het leven en met het mysterie spreekt mij erg aan.

Ik voel geen wrok naar de tijd dat ik Jehova’s getuigen was. Ik ben wel kritisch maar probeer altijd integer te zijn.

Mark:

Ik ben ook opgegroeid in het zuiden. Geboren in Kerkrade in 1991. Voor mijn studie ben ik verhuisd naar Nijmegen en daar ben ik blijven wonen. Ik heb bestuurskunde en theologie gestudeerd. Ik ben lid van het college van bestuur van Verus.

Ik behoor tot de grote groepen mensen in Zuid-Limburg die vanaf de geboorte katholiek gedoopt zijn, en het hele proces van eerste communie vormsel etc. hebben gedaan. Dat was toen heel gewoon, dat deed je met bijna de hele klas. Iedereen in mijn omgeving was katholiek, in de klas waren er 2 jehova’s getuigen. Het enige wat ik daarvan wist was dat zij geen verjaardagen vierden.

Het mysterie van het geloof sprak mij aan, wierook, de sacraliteit. Ik werd misdienaar en beleefde daar plezier aan.

In de puberteit werd dat anders, was dat niet allemaal meer vanzelfsprekend.

In de parochiekerk in Nijmegen merkte ik pas echt het verschil met de kerk die ik gewend was in Zuid-Limburg. De mis was zo anders, geen wierook, er werd niet geknield. Toen kwam ik erachter dat de Rooms-Katholieke kerk heel groot en breed was.  Toen ik protestants-christelijke vrienden kreeg ben ik pas echt over mijn geloof gaan nadenken. Zij waren lid van protestants-christelijke studentenverenigingen en spraken met elkaar over hun geloof. Dat was voor mij bijzonder.

In Nijmegen ben ik me in mijn geloof gaan verdiepen, actief geworden in de kerk, theologie gaan studeren.

Welke waarden van het katholiek sociaal denken zijn voor jou het meest belangrijk? Welke springt daaruit en waarom?

Mark:

Op mijn kamer staan twee iconen uit Taizé en een werkstuk van een aantal leerlingen van een Verusschool. Voor mij zijn die belangrijk omdat ze voor mij symbool staan voor menselijke waardigheid en barmhartigheid. Het idee dat je onderdeel bent van een groter geheel en dat je het niet voor jezelf doet en dat je het niet allemaal alleen hoeft te doen. Dat is een belangrijke kracht van het katholiek sociaal denken. Een verhaal heeft altijd meerdere kanten. We hebben allemaal onze onrusten en vrede momenten. Het is belangrijk om dat in het achterhoofd te houden. Meten met de maat der mildheid voordat je een vervolgstap zet.

Raymond:

Algemeen welzijn, the common good, bonum commune.

Je leeft niet voor jezelf. Het is goed je talenten in te zetten ten behoeve van het algemeen welzijn. Onze jongeren zijn de volwassenen van de toekomst. Je zou graag willen dat zij zich vanuit hun eigen engagement betrokken gaan voelen bij dat grotere geheel en zich daarvoor gaan inzetten. Van betekenis zijn. Ook bij collega’s die niet echt iets met religie hebben merk ik dat zij het belangrijk vinden dat leerlingen weten dat zij ertoe doen en van betekenis zijn.

Mark beaamt dit: ‘het goede is er’, dat zit in elk kind. Als je wat dieper en verder kijkt merk je dat scholen en docenten vaak veel katholieker zijn dan dat ze zich daar zelf bewust van zijn.

Waarom is jouw organisatie belangrijk?

Raymond:

Bonaventura is een organisatie van onderwijsprofessionals. Het is goed om een plek te hebben waar we naast alle zakelijke, materiële en technische zaken ook inhoudelijke zaken bespreken met elkaar. Wat is goed onderwijs? Hoe kijken mensen die onderwijs geven daar over? Wat betekent goed onderwijs in 2023 en hoe kunnen we blijven aansluiten bij andere collega’s die niet die directe binding voelen met de katholieke traditie. Bijvoorbeeld rond thema’s als kansengelijkheid, burgerschapsvorming, vrijheid van onderwijs. We mogen ons er bewust van zijn dat we een gekleurde kijk hebben op de samenleving. Het is belangrijk om samen te blijven zoeken naar common ground. Daarom is Bonaventura belangrijk.

Mark:

Voor Verus is het van belang een vereniging te zijn. Die vereniging doet een heleboel, belangenbehartiging, nadenken over katholiek en christelijk onderwijs, de vrijheid van onderwijs in Nederland etc. Dat blijkt anno 2023 heel belangrijk. Over vrijheid van onderwijs bijvoorbeeld bestaan nogal wat misverstanden. Bij die vrijheid hoort ook verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd zie ik dat die vrijheid steeds meer wordt ingeperkt en daar maak ik me op een aantal niveaus zorgen over. Bijvoorbeeld over de manier waarop er soms naar bestuurders gekeken wordt. Het zijn nog net niet de ‘bad guys’ terwijl het merendeel van de bestuurders een hart heeft dat warm klopt voor onderwijs aan kinderen en veel ideeën heeft over hoe dat beter kan. Bestuurders worden steeds meer beknot vanuit de overheid waardoor bestuurders schoolleiders gaan aansturen en die op hun beurt weer mensen die voor de klas staan. Die laatsten komen daardoor niet meer aan hun werk toe. Onderwijs geven is risico nemen. Elke dag doe je interventies bij leerlingen waarvan je niet weet hoe ze gaan uitpakken. We zijn een samenleving aan het worden waar we alle risico’s weg willen nemen en vinden dat alle problemen die er in de samenleving zijn op school moeten worden opgelost. De school is juist onderdeel van de samenleving.

Daarnaast is er een waarderingscrisis over wat we belangrijk vinden. Het idee is helaas nog steeds dat je in Nederland pas geslaagd bent als je een vwo-diploma haalt, om daarna een universitaire titel te kunnen halen. Er is een enorme onderwaardering voor het VMBO en het MBO en dat zie je op alle manieren terug. Ook ouders spelen daarin een rol. Vanuit de bonum commune, iedereen levert een bijdrage aan het grote geheel moet dat veranderen. We hebben Vmbo’ers en Mbo’ers nodig. We hebben mensen nodig die hun hart volgen en kiezen voor hun talenten. We hebben ruimte nodig voor professionals en bestuurders.

Was er een bijzonder moment of een hoogtepunt in jullie werk?

Raymond:

Drie jaar geleden werd ‘the Passion’ georganiseerd in Roermond. Ik was één van de kruisdragers. Een oud-leerling van me had me op TV gezien en stuurde me via social media een berichtje. Ze liet weten dat haar bijgebleven was dat ik altijd probeerde mezelf te zijn en ik ook mijn kwetsbare kant liet zien. Ze bedankte me daarvoor. Het was mooi omdat een keer terug te horen, dat ze na al die jaren de moeite nam om me dat te vertellen. Het bevestigde dat je er als persoon in het onderwijs er wel degelijk toe doet en van betekenis kunt zijn voor een leerling.

Mark:

Voor de zomer presenteerde Verus een visie op vereniging zijn: Samen zijn en samendoen. Alles wat we ondernemen moet in het teken staan van samen zijn en samendoen. Het is belangrijk dat we onze leden erbij betrekken en met leden dingen doen.

Vorig jaar was er in Marseille een congres van het wereldwijd katholiek onderwijs. We zijn toen met een groep van leden naar Marseille gegaan en hebben daar ook een bijdrage geleverd. Het was een inspirerende bijeenkomst.

Daarnaast doen we ook steeds meer met leerlingen. We hebben bijvoorbeeld leerlingen gevraagd om een kunstwerkje te maken rond het thema samen zijn, samendoen. Het Verus gebouw wordt nu opgeleukt met kleine kunstwerken van leerlingen. Het versterkt het solidariteits- en het verenigingsgevoel. Het zijn kleine cadeautjes die ertoe doen.

Wat doe je graag in je vrije tijd?

Raymond:

In de corona-tijd heb ik de gewoonte ontwikkeld om elke dag te gaan wandelen, dat doe ik nog steeds. Voordat ik naar mijn werk ga ik een flink stuk wandelen.  Dat is voor mij een mooie gelegenheid, een stukje stilte tijd, nadenken over hoe mijn dag eruit gaat zien.

Mark:

Ook ik wandel graag, luister graag naar muziek, zowel klassiek als modern, ik lees graag. Een nog grotere hobby van me is boeken kopen. Ik lees meerdere boeken op hetzelfde moment, altijd een roman, een dichtbundel en een theologisch boek.

Bron: VKMO