Bonaventura congres en de 5e Bonaventuralezing
door: Cees Akerboom, oud-voorzitter AOb/ St.-Bonaventura
In de prachtige Jeroen Boschzaal van Hotel Central te ‘s Hertogenbosch werd op donderdag 23 november 2023 het 105e lustrum en de 5e Bonaventuralezing gehouden. De dag na de spectaculaire verkiezingen voor de Tweede Kamer.
Na een inleidend woordje van voorzitter Raymond Hintjes, het lezen van een fragment uit de encycliek Fratelli Tutti en het ontsteken van een kaars maakte het gezelschap zich op voor een boeiende middag. Vele belangstellenden waren op de twee gerenommeerde inleiders afgekomen want met Prof. Dr. G.D Bertram – Troost en universitair hoofddocent Dr. Paul A. D M. Vermeer wist de katholieke onderwijsvereniging St. Bonaventura zich verzekerd van een aantal sprankelende stellingen rondom het thema: Vrijheid van onderwijs – balanceren tussen menswording en overheidstoezicht.
Na de koffie en de Bossche bol en de introductie van voorzitter Raymond Hintjes nam dagvoorzitter Karim Amghar de zaal mee op een boeiende tour door het onderwijsveld waar bij eerst de (pedagogische) vrijheid en later bij de regulerende taak van de onderwijsinspectie werd stilgestaan.
Het boeiende verhaal van prof. Gerdien Bertram – Troost zoomde in op een aantal prikkelende stellingen: meer aandacht voor onderbreking in de lessen, roei ook eens tegen de stroom in, geef een tegengeluid en neem als docent ruimte voor persoonsontwikkeling dan komt dat zeker ook de (reflecterende) menswording van de leerling ten goede.
Nu was het de beurt aan Dr. Paul Vermeer over de rol van de overheid en de functie van het toezicht op met name het vak Godsdienst / Levensbeschouwing.
Overheidstoezicht op met name het van Godsdienst/Levensbeschouwing is zo gek nog niet. Na een boeiende schets van de ontwikkelingen sinds de jaren Tachtig en de rol van de inspectie op lessentabellen en verplichte eindtermen, kwam de inleider op de volgende vraagstelling: Wat vermag het godsdienstonderwijs? Na een beschrijving van een drietal functies nl. de socialiserende, kwalificerende en subjectvormende waarden, mondde zijn relaas uit in de stelling: Liberal education helpt de leerling eigen keuzes te maken. Maar dan moet er ook wat te leren zijn. Zijn antwoord was duidelijk: Maak als overheid duidelijke eindtermen en een kenniscurriculum voor dit vak waarbij een nieuw accent moet komen te liggen op vak inhoud.
Na de pauze ging een actieve zaal in discussie met de inleiders.
Een heldere stem vanuit Vlaanderen: Wij kennen de katholieke dialoogschool waarin de minimumdoelen zijn vastgesteld. We vullen die – nog wel- in vanuit de vanzelfsprekendheid van de geloofstraditie. Ook de ontlezing van de jeugd komt ter sprake. We streven ernaar dat leerlingen meer levensbeschouwelijk geletterd raken. Kortom veel stof voor een geanimeerde discussie. Maar – ook een vraag vanuit Brabant – waar zijn de nieuwe docenten die dit prachtige vak mogen gaan geven. Vanuit Bonaventura klinkt het antwoord: Kijk naar de bundel ‘Bouwstenen van een katholieke docent”. Niet een leraar draagt de identiteit van een school, dat doen alle leraren en de directie samen. Andere vragen en thema’s die veel diepzinnige antwoorden kregen waren: Van wie is het kind? Is meetbaarheid wel mogelijk?
Komt er een einde aan het neoliberale gedachtegoed? Het grondrecht van de Vrijheid van onderwijs. School als kenniswerkplaats. Uitgaan van de kracht van confessionele scholen. Uiteindelijk sluit de vergadering met de slotsom: de belangrijkste bron ben jezelf.
Onder de ruim zestig aanwezigen bevonden zich de bisschop van ’s Hertogenbosch Mgr. Dr. Gerard de Korte, namens het vicariaat onderwijs van het bisdom Hasselt Francis Loyens, vertegenwoordigers van Verus, de VDLG, het hoofdbestuur van de AOb, oud- bestuursleden van Bonaventura en CVHO en tal van docenten die zich allen nadrukkelijk mengden in de boeiende discussie. Het onderwerp Vrijheid van onderwijs en het artikel 23 (24 in Vlaanderen) nodigt steeds weer uit tot betrokken reacties.
De lezingen zullen worden gebundeld en zullen verschijnen als 5e Bonaventuralezing 2023.